Voorbeelden van het gebruik van Een cliënt in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je had een cliënt die Jill Lamont heette.
Slapen met een cliënt' gek.
Een cliënt die haar thuis belde, die haar lastigviel.
Dit is een huis van een cliënt die ik inventariseer voor de veiling.
Ik wil een cliënt van Harvey.
Ben je een cliënt of een vriend?
Ik heb een cliënt die viel voor dezelfde oplichter.
Ik wil een cliënt van Harvey.
Ik heb een cliënt.
Will werd neergeschoten door een cliënt.
Ik heb vanmorgen een cliënt.
En impresario Jeremy Rent krijgt een cliënt op bezoek.
Dat is een cliënt.
Ik heb een cliënt.
Ja, ik had een cliënt.
Haar moeder is een cliënt.
Het mag niet, niet met een cliënt.
We hebben een probleempje met een cliënt van Sam.
Ik heb morgen een verkoopgesprek met een cliënt.
VNC bestaat uit twee delen, een cliënt en een server.