Voorbeelden van het gebruik van Gaf hem in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik gaf hem 12 rozen en een doos chocolaatjes.
Ik gaf hem 't verkoopverhaaltje, maar hij geloofde 't niet.
Je gaf hem geld.
Je gaf hem de sleutel van de opslagkamer.
U gaf hem de naam op een bord.
Je gaf hem je hele leven, en nu heeft hij je verlaten.
Jij gaf hem de drugs. Jij vertelde hem die verdomde sprookjes!
U gaf hem de afgelopen maand $6.000.
Je gaf hem wat hij nodig had. Om je telefoon te hacken.
U gaf hem acht maanden van uw leven.
Je gaf hem al het geld?
Je gaf hem de sleutel en de kamernummer omdat er niet ingebroken is.
Wat je gaf hem wapens?
U gaf hem één van uw visitekaartjes.
Je gaf hem alles wat hij wilde.
Je gaf hem de kracht om het slechte pad te verlaten.
Je gaf hem toch Clonazepam?
En jij gaf hem een geweer?
Je gaf hem alles wat je mij had ontzegd.
U gaf hem een zoon.