Voorbeelden van het gebruik van Geintje in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zeg dat het een geintje was.
Nee, geintje.
Dat laatste was een geintje, Clark.
Maak je een geintje?
Dat was 'n geintje.
Geintje, Sophia.
Geintje. Dat is onze Britney.
Uiteraard. Dit is een geintje, toch?
Maak je een geintje?
Geintje. Sorry!
je volgende legendarische geintje?
Je maakt een geintje!
Geintje, geef me je moeder maar.
Ik wil gewoon dat je begrijpt dat het geen geintje is.
Je maakt een geintje.
Geintje, Lowenstein.
Het is niet zomaar een geintje voor mij.
Maak je een geintje?
Geintje, ik ben daar niet misschien zit ik in Londen.
een soort poets of geintje.