Voorbeelden van het gebruik van Haar computer in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
in het weekend als ze niet voor haar computer zit.
ging Sarken terug naar haar computer met een missie: de mobiele filters afwerken.
Sarken est retournée à son ordinateur avec une mission: terminer les filtres pour mobiles.oude infectie namen gebruikt om te schrikken van de nietsvermoedende gebruiker laten geloven dat haar computer ernstig met malware besmet is.
à l'aide de vieux noms d'infection pour effrayer l'utilisateur non averti en leur faisant croire que son ordinateur est gravement infecté par des logiciels malveillants.Hij wilde haar computers hebben.
Il voulait ses ordinateurs.En haar computer?
Et son ordinateur?Met haar computer?
Avec son ordinateur?Alleen haar computer.
Son ordinateur suffit.Ik check haar computer.
Je vérifie son ordinateur.Ik zag haar computer.
J'ai vu son ordinateur.Ik zie haar computer.
J'ai son ordinateur.Haar computer, van binnen.
Son ordinateur. Depuis l'intérieur.Haar computer moet hier zijn.
Son ordinateur doit être là.Waar is haar computer?
Donc où est son ordinateur?Je moet haar computer zien.
Il faut voir son ordinateur.Ik heb haar computer niet.
Je n'ai pas son ordinateur.Mogen we haar computer zien?
On pourrait voir son ordinateur?Hij heeft haar computer gestolen?
De mail kwam van haar computer.
Le mail venait de son ordinateur.Stond haar computer daar niet?
Vous n'avez pas vu son ordinateur là-bas?Haar computer en harddisk zijn gejat.
On a piqué son ordinateur et 
