Voorbeelden van het gebruik van Computer in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik haal de namen door de computer.
Grayson vertelde me over de computer die jij gestolen hebt.
Je hackte Doc Reids computer.
Ze gebruikt 'n computer.
Wat is dat? Welk ding in de computer?
Daarover gesproken, hoe ben jij verbonden met de computer hier?
Misschien mogen we van Hoekie op de computer spelen.
Je kan hem openen met een NSA computer en vijf jaar wachten.
Het stond op YouTube, maar ik zag het via 'n computer.
OpenGL-ondersteuning is niet beschikbaar op uw computer.
Het klinkt veel romantischer dan een computer.
Het enige dat ik nu nog nodig heb is een computer kerel.
Ik laat het er leuk uitzien op een computer.
Ja, hij was geen computer man.
Laat mij eens kijken:" Ik nam een computer les.
Foto's van Kem op de computer.
En die volgens jou was geïnfecteerd via mijn dochters computer.
Het volledige pad naar het tar -commando op uw computer.
Foto's op een opslagmedium met de software overdragen naar de computer.
Ja, op de computer.