Voorbeelden van het gebruik van Hij sprak in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Terwijl hij sprak, hield miss Mary zijn hand in de hare.
En hij sprak, volgens Hoffman.
Hij sprak met mij!
Hij sprak vaak met me.
Hij sprak mij via de Jeep.
Hij sprak van een levering die op weg is naar Versailles.
Hij sprak eerst tegen mij.
Hij sprak in zichzelf.
Hij sprak met haar.
Hij sprak via een beer en bekeek je via een camera.
Hij sprak vlot zeven talen.
En hij sprak: Ik heb gezondigd,
Hij sprak geen Frans!
Maar hij sprak van den tempel zijns lichaams.
Hij sprak niet over z'n familie.
En hij sprak met zijn eigen stem.
Hij sprak twee of drie woorden.
Hij sprak met me en deed een voorspelling.
Hij sprak met mij, hij zei mijn naam!