Voorbeelden van het gebruik van On parlait in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
On parlait, et, euh, on aimerait aider.
On parlait, et puis.
On parlait de trucs de filles.
We hadden het over meisjesdingen.Tu sais quand on parlait du changement des ours?
Avec les pom-pom girls, on se coiffait, et on parlait calories.
Op cheer-kamp vlechten we elkaars haar en hebben het over calorieën.sa femme Là, et on parlait.
zijn vrouw daar, en we kletsten wat.Il y a une seconde, il était stable.- On parlait.
On parlait de tout et de rien, sauf de ce qu'on éprouvait.
We praatten over van alles, maar niet over onze gevoelens.On parlait des monstres des céréales!
We hadden het over graanmonsters!On parlait.
We hebben gepraat.On parlait juste de l'affaire.
We zaten daar en spraken nauwelijks.On parlait. Je jouais mon rôle et après.
We praatten wat, ik speelde mijn rol, en dan.On parlait encore de moi.
We hadden het nog over mij.On parlait du nouveau système de sécurité qu'on a fait installer.
We bespreken het nieuwe beveiligingssysteem.On parlait pas beaucoup.
We praatten niet veel.On parlait pas de toi.
We hadden het niet tegen jou.On parlait, juste.
We praatten gewoon wat.On parlait de lui cet apres-midi.
We hadden het vanmiddag nog over hem.Non, on parlait juste fort.
Nee, we praatten gewoon erg hard.
