Voorbeelden van het gebruik van Ongeduldig in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik word ongeduldig als ik niet weet wie ik moet haten.
Hij is een beetje ongeduldig.
Ze worden een beetje ongeduldig.
En waar beschuldigt men ons dan van?" vroeg Passepartout ongeduldig.
de inlanders worden wat ongeduldig.
Ik ben ongeduldig.
Z'n fans worden al echt ongeduldig.
Ik werd te ongeduldig.
In de verhalen wordt hij vaak bestempeld als jaloers en ongeduldig.
Eindelijk maakte deze wijze van strijden Jussac ongeduldig.
Ik word een beetje ongeduldig.
Holmes langzaam heropend zijn ogen en keek ongeduldig op zijn gigantische cliënt.
De zoon van de generaal wordt ongeduldig.
Washington wordt ongeduldig.
briljant en… Koppig, ongeduldig en onstuimig.
De bemanning wordt ongeduldig en gedemotiveerd.
Het oponthoud zou misschien verscheidene dagen duren, en ongeduldig om te slagen, vurig verlangend zijn doel te bereiken,
Vier mannen wachtten ongeduldig op een klein eiland, omgeven door een kalme zee.
Collega Jarzembowski is ongeduldig en pleit nu al voor een vervroegde vrijmaking van het personenvervoer.
De Zevenslaper schudde ongeduldig zijn hoofd en zei, zonder het openen van zijn ogen,' Van.