Voorbeelden van het gebruik van Op de boot in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dit zat op de boot, sir.
Iets gevonden op de boot?
Hij is op de boot, wat is er?
U stapt op de boot op het puntje van Arcouest(Paimpol).
Die op de boot.
Ik heb de zomer dronken op de boot doorgebracht met je 25-jarige zusje.
Er kunnen tot 8 vissers op de boot op het meer van Annecy.
Iedereen op de boot is verhoord.
Hoe ben je op de boot gekomen?
Zet ze me op de boot naar Haïti.
Toen de politie op de boot arriveerde, moest ik wel iets doen.
Dat ligt op de boot.
Op de boot die zij je had gegeven.
Hij zit op de boot met Dennis.
Ik zweer het. Op de boot voelde ik me beter.
Ga op de boot.
Ik zie hem op de boot lopen.
Hoe geraken we terug op de boot?