Voorbeelden van het gebruik van Een boot in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
U kunt ook een boot nemen vanaf de stad tot deze breaks.
Maak een boot diskette en een rescue diskette aan.
U kunt een boot cruise of genieten van een van de buitenactiviteiten.
ik heb een boot nodig en een andere duiker.
Ze hebben een boot gevonden.
Strauss kan een boot hebben genomen van de haven naar Beacon.
Een boot!
Een flinke boot!
Er vertrekt is een boot om middernacht.
Een boot gestolen van het strand,
Nog nooit een boot gezien?
Ik heb vaak op een boot gezeten.
Omdat rijke mensen altijd een boot hebben.
andere reden sponsort ze een hand op een boot wedstrijd.
Koning Ecbert heeft een boot geregeld.
Waar, tegen een boot?
Je oom Roy heeft inderdaad een gave boot.
Ik heb nog niet echt een boot.
Je zat op een boot.
Ja. Balotelli was een boot vluchteling.