Voorbeelden van het gebruik van Een boot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mijn familie kwam in een boot naar Zweden.
Hij pakt een boot om naar huis te gaan.
Ik ben gekomen met een boot.
Ze?- Een boot is altijd een zij.
Het was geweldig om die op een boot te zetten.
Een boot is altijd een zij.
Je zat op een boot.
Een boot is altijd een zij?
Hij zit in een boot.
Een oude boot met luxe motor is zeldzaam.
De koningin wil dat we een boot gebruiken.
Een boot is altijd een zij. Ze?
Dus ze kan niet van een boot zijn gevallen?
Omdat rijke mensen altijd een boot hebben.
Ik ken iemand met een boot.
Ikzelf… ik kan niet wonen op een schip of een boot.
Heb jij er de sleutels voor? Een boot.
Vanuit Dahe vertrekt er elk uur een boot naar de stad.
Je bent op een boot.
ik kon het niet weerstaan. Een boot zoals deze.