Voorbeelden van het gebruik van Opschiet in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je zult mij horen schreeuwen als je niet opschiet.
De paus is iemand die langzaam opschiet.
Maar ik denk niet dat het erg opschiet.
Ik hoop dat Tasha opschiet met dat eten, man.
Als je opschiet, krijg je de soep nog op.
Vraag je wat ik ermee opschiet?
je al aardig opschiet.
Als je opschiet, haal je ze in voor ze bij de gate zijn.
Dus als je niet opschiet om de aanklacht tegen mij te laten verwerpen laat ik dat door haar doen.
Zei jij niet dat de man die het beste opschiet met vrouwen… degene is wie het beste opschiet zonder hen?
Menaar Tannen. Ik weet dat u degene bent die het meeste opschiet met de dood van uw vrouw.
Ik kom om je te zeggen dat je beter opschiet en terug in de ring komt.
ik wil ook weten hoe u opschiet met de lopende werkzaamheden die we aan u hebben toevertrouwd
je moet terug naar Mike en zeg hem… dat hij opschiet, want ik verkocht mijn ziel niet, zodat hij hier alsnog mee wegkomt.
Opschieten of je mist de trein.
Opschieten, of we zijn voor morgen dood.
Opschieten, Clark.
Meiden, opschieten, straks komen we te laat.
Opschieten, de bus.
Opschieten, Helen, zo snel mogelijk.