Voorbeelden van het gebruik van Oudjes in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We kunnen wat oudjes beroven.
Ik heb die oudjes gekust.
Weet je, jullie oudjes leren het nooit!
Wil je een wandeling maken, zoals de oudjes?
Jullie ook, oudjes.
Da's humor voor oudjes.
waarom vermoordde je die oudjes?
Je maakt de oudjes bang.
Zo moet het. Zweten met de oudjes.
De gevangenis, bewaakte instelling, Oudjes hok.
Van een van de oudjes.
Het viel niemand op dat de zwakke oudjes iets sneller stierven.
Zeg die oudjes dat het 'n dag vervroegd is.
Oudjes vallen soms van de trap!
Klote oudjes telefoon!
Weet je hoe het voor oudjes in de bak is?
Veel oudjes hebben die!
Oudjes eerst.
Oudjes in looprekjes haalden ons in.
Niet voor oudjes die naar soep ruiken.