WONEN IN - vertaling in Frans

vivre dans
leven in
wonen in
LIVE in
habiter dans
wonen in
vivent dans
leven in
wonen in
LIVE in
habitent dans
wonen in
résident dans
wonen in
liggen in
verblijven in
verblijf in
vie dans
leven in
bestaan in
levensonderhoud in
life in
wonen in
levensomstandigheden in
levenslang in
vivant en
leven in
wonen in
woonachtig in
vivant dans
leven in
wonen in
LIVE in
vit dans
leven in
wonen in
LIVE in
résider dans
wonen in
liggen in
verblijven in
verblijf in
habitons dans
wonen in
résidant dans
wonen in
liggen in
verblijven in
verblijf in
habitant dans
wonen in

Voorbeelden van het gebruik van Wonen in in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
We wonen in 'n vallei vol honden. Het is niet altijd Otis.
On vit dans un canyon, il y a d'autres chiens qu'Otis.
Het echtpaar ging wonen in Barneveld.
Le couple va habiter dans l'immeuble Marignan.
We wonen in de auto.
On vit dans la voiture.
Wij wonen in een rood huis.
Nous habitons dans une maison rouge.
Men laat het eigen huis achter om te gaan wonen in het huis van de anderen.
On quitte sa maison pour aller habiter dans la maison des autres.
We wonen in een huis. Geleend. Tijdelijk.
On vit dans une maison empruntée et temporaire.
We wonen in hetzelfde dorp.
On vit dans la même ville.
Wij wonen in een klein bruin huis in Griffith straat.
On vit dans une petite maison brune au bout de Griffith Road.
De Mari wonen in een autonome republiek van de Russische Federatie.
Le peuple Mari vit dans une république autonome de la Fédération de Russie.
Dexter, we wonen in een auto.
Dexter, on vit dans une voiture.
We wonen in dezelfde stad.
On vit dans la même ville.
We wonen in hetzelfde huis en.
On vit dans la même maison, et.
Het spijt me, we wonen in dezelfde stad.
Je suis désolé, on vit dans la même ville.
We wonen in 'n motel, Havenzicht.
On habite dans un motel. Le"Vue sur le port.
We wonen in dezelfde stad.
Nous vivons dans la même ville.
We wonen in een nette wijk.
On habite dans un quartier calme de la ville.
Jullie wonen in hetzelfde huis.
Vous vivez dans la même maison.
Wonen in een appartement vereist een speciaal soort gedrag.
La vie dans un gratte-ciel nécessite un certain type de comportement.
We wonen in een kleine stad
Nous vivons dans une petite ville;
We wonen in hetzelfde huis.
Nous vivons dans la même maison.
Uitslagen: 824, Tijd: 0.0819

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans