Voorbeelden van het gebruik van Bezitting in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hun vee, en hun bezitting, en al hun beesten, zullen die niet onze zijn?
En de eersten, die zich weer op hun bezitting in hun steden kwamen vestigen,
De eersteeerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen,
En de EERSTEN, die zich weer op hun bezitting in hun steden kwamen vestigen,
Liefde zal degenen verlichten die anderen als bezitting of als vervangbaar of als te ontberen zien en diegenen optillen die onderworpen waren om in die toestanden te leven in.
De eersteeerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen, waren de Israelieten,
De eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen,
En de eersten, die zich weer op hun bezitting in hun steden kwamen vestigen,
enderzelver voorsteden voor hun vee en voor hun bezitting.
Als de bezitting dalen met slechts 25%,
het alleen maar een bezitting is… en dus niet veel waard.
Aan Abraham tot een bezitting, voor de ogen van de zonen Heths,
En beloofde, dat Hij hem het zelve tot een bezitting geven zou, en zijn zade na hem,
En hij had bezitting van schapen, en bezitting van runderen, en groot gezin;
En hij had bezitting van schapen, en bezitting van runderen, en groot gezin;
Welke soort bezitting?
tot hem, wiens de bezitting van dat land was.
En hij had bezitting van schapen, en bezitting van runderen, en groot gezin;
spreek ik niet over je ascentie als een bezitting dat van jou alleen is.
dat vanuit economisch standpunt meer en meer een bezitting van Noord-Amerika wordt.