Voorbeelden van het gebruik van Bruidegom in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hebben we geen bruid en bruidegom nodig voor een bruiloft?
De wijze maagden verwelkomen de Bruidegom.
De familie maakt ook een pop voor de overleden bruidegom.
Nou, klinkt alsof jij achter de weggelopen bruidegom aanging.
Ben je bevriend met de bruid of de bruidegom?
Waar is de bruidegom?
We moeten toosten op de bruidegom.
U kunt wedstrijden organiseren- wie kent de bruid en bruidegom beter.
T Wordt verwarrend. De dokter of de bruidegom?
Weet je wie er naast de bruidegom staat?
Ik wil proosten op de bruidegom, Bryan.
Pak de bruid en bruidegom.
Mijn felicitaties gaan uit naar… de bruid en bruidegom, de mooie Miss Sabrina.
Op de bruid en de bruidegom.
Ik ben uitgedost als de bruidegom.
Je bent de beste fotograaf die een bruid en bruidegom kunnen vragen.
Kom je voor de bruid of bruidegom?
Nu wil ik graag een toost uitbrengen op de bruidegom en z'n mooie bruid.
Je mag de bruidegom kussen?
Bent u hier voor de bruid of de bruidegom?