Voorbeelden van het gebruik van Cipier in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Cipier Bennett, doe iets nuttigs?
Niet blij met je cipier?
Cipier Coates,!
Dan kan jij zijn cipier zijn, Lucy.
Cipier Donaldson, neem het over.
Cipier"Alsjeblieft en Dankjewel?" Hij is zo'n knuffelbeer.
Miguel, ik wil je spreken over cipier Rivera.
Maar in dit geval moest de verantwoordelijke cipier wel falen.
Iemand heeft beelden gelekt van wangedrag van een cipier.
De nieuwe cipier?
Helemaal niks, cipier Coates.
Cipier, help me!
De cipier zegt dat je met de Lawsons bent.
Vermoord door een Coyotl die wogede bij de cipier.
Dus vroeg ik de cipier, want hij las hem niet.
Een kerel vertelde de cipier dat er 'n uitbraak komt vanavond.
Je hoort de cipier. Terug naar je cel, Rafe.
Cipier, pas op uw hoofd als u de.
Cipier, haal hem hier weg.
De cipier martelt ze met z'n hersenzapper.