Voorbeelden van het gebruik van Dichtdoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En dan weer dichtdoen.
Dat wij onze ogen niet dichtdoen voor dit sociale onrecht.
Dan moet ik m'n ogen maar dichtdoen en me erdoorheen worstelen.
Ik ga de deur dichtdoen.
Kan iemand de luiken dichtdoen?
Ik ga hem dichtdoen.
Ik zal het dichtdoen.
Niet dichtdoen.
Kun je die dan voor mij dichtdoen?
Wacht, niet de deur dichtdoen.
Moet ik de deur dichtdoen?
Wil je de deur dichtdoen,?
Of tenminste dichtdoen.
Slangen kunnen hun ogen niet dichtdoen.
Ik kan m'n ogen nooit meer dichtdoen.
Ik ga de deur dichtdoen.
Ik zou 't besterven, geen oog meer dichtdoen.
Ik kan vannacht geen oog dichtdoen door die hitte.
Snel. Dichtdoen.
Je kunt beter de deur dichtdoen.