Voorbeelden van het gebruik van Dichtdoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoe kunnen ze er één dichtdoen en de ander opruimen,?
Je moet je ogen dichtdoen.
Dichtdoen. Kijk, ik bel.
Wil je de deur dichtdoen?
Ik kan m'n ogen nooit meer dichtdoen.
Jij moet je ogen niet dichtdoen.
Oké, ik ga die deur even dichtdoen en een raam openzetten.
kan ik 't niet meer dichtdoen.
Ik zal de deur dichtdoen.
Ik kan 'm zelf wel dichtdoen!
Kun je het raam niet dichtdoen?
Hij gaat het doosje, dichtdoen met haar vingers ertussen.
Wil je m'n rits dichtdoen?
We kunnen Pandora's doos dichtdoen.
Ik ga de deur dichtdoen.
Schat, wil je de deur dichtdoen?
Wilt u de poort achter u dichtdoen zodat J.D. er niet uit kan?
Je moet de balkondeur niet dichtdoen, als je dan de deur niet kunt horen.
dus kun je de jaloezieën dichtdoen?
voordat ik 'm kan dichtdoen.