Voorbeelden van het gebruik van Is zielig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ray, dat is zielig.
Oke, ja dat is zielig.
Die vrouw is zielig.
Nate, dat is zielig.
Ik weet dat je onzeker bent, maar dat is zielig.
Een gevangenisstraf van 21 jaar is zielig.
Maar dit garen-gedoe is zielig.
Uw veiligheid is zielig.
Uw phallogocentricism is zielig.
Mijn leven is zielig.
Wat nu, dat is zielig.
Je vriend, sorry je ex-vriend is zielig.
Quint, dat is zielig.
Dat is zielig, pa.
Het is zielig dat ik je dit aangedaan heb.
Mama is zielig en papa is altijd de dader.
Meer is zielig.
Dat is zielig.
Het is zielig voor de anderen.
Oh, dat is zielig, wil je een knuffel?