Voorbeelden van het gebruik van Jouw vriendin in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil geen kritiek geven op jouw vriendin, maar.
Jouw vriendin die je stuurde.
Vandaag ben ik jouw vriendin.
Blij omdat ik de vader van jouw vriendin help.
Ik dacht dat dat jouw vriendin was.
Ik wilde alleen jouw vriendin zijn.
Niet te zeggen dat ik weet dat ze jouw vriendin is.
Charlotte was mijn zus en jouw vriendin.
Maar technisch gezien, was ze jouw vriendin niet meer.
Nou, ik ben niet jouw vriendin, nietwaar?
Het is jouw vriendin.
Samen met jouw vriendin.
Ik weet dat jij het niet leuk vond dat hij voor jouw vriendin zong.
Oh, nee, dat is waar ook… dat was jouw vriendin.
Jouw vriendin is mijn vriendin. .
Jouw vriendin van school heeft het me verteld.
Ik probeer jouw vriendin te zijn dus speel geen spelletje met me.
Misschien moet je dat met jouw vriendin bespreken.
Emma zei dat ze jouw vriendin was.
Ik denk dat jouw vriendin Clarice er een is.