Voorbeelden van het gebruik van Juffie in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wie is dat juffie in het rood?
Luister eens, juffie.
Ik denk ook aan jou, juffie.
Uur en geen minuut langer, juffie.
Hé, juffie.
We hebben een hoop te doen, juffie.
Wacht eens even, juffie.
Wow, oké, je zit er ver naast, juffie.
Hulp nodig, juffie?
Ze is een sluwe kleine madam, zijn juffie.
Jij hoort hier niet, juffie.
Bezit is strafbaar voor de wet, juffie.
Jij bent mijn juffie niet!
Ik adem niet in min geslachtsdelen, juffie.
Hé, daar, Juffie.
Op hoeveel manieren kan ik het zeggen, Juffie?
Ik hou jou uit de gevangenis, juffie.
Geen tijd voor, juffie.
Het enige probleem is, juffie… als je dat snoetje… zou verliezen.
Trek je kleren aan, juffie. En ik ben bang dat je advocaat je niet te woord zal staan.