PREDIKT - vertaling in Spaans

predica
prediken
preken
prediking
verkondigen
het preken
predicando
prediken
preken
prediking
verkondigen
het preken
predicad
prediken
preken
prediking
verkondigen
het preken
predican
prediken
preken
prediking
verkondigen
het preken

Voorbeelden van het gebruik van Predikt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
De kerk wil een pastoor die een traditionele christelijke boodschap predikt.
Esta iglesia necesita un sacerdote que predique un mensaje cristiano.
Het ziet er naar uit dat je niet allen gods woord predikt.
Parece que usted no se limitó a predicar la palabra de Dios.
Geen enkele godsdienst predikt dit.
No hay ninguna religión que predique eso.
Laat degene die het predikt vervloekt worden!".
¡Que sea maldecido aquel que lo predique!”.
En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt?”?
¿Y cómo predicarán si no fueren enviados?
Hij predikt soms in Oost-Europa denk ik.
Él está predicando, creo que en Europa oriental a veces.
U predikt toch vergevingsgezindheid?
¿No predica usted el perdón?
U predikt niet tot iemand.
No estás predicándole a nadie. No estás diciéndoles.
Jezus Christus predikt toch liefde
¿Acaso no predica Jesucristo el amor
Dus wie predikt vandaag echt het goede nieuws van het Koninkrijk?
¿Quiénes están predicando hoy las buenas nuevas del Reino?
Het christendom predikt slechts slaafsheid en afhankelijkheid.
El cristianismo no predica más que la esclavitud y la dependencia.
Hij predikt dit dat iedereen God is.
Él está predicando que todo el mundo es Dios.
Wat predikt die?
¿Qué es lo que el predica?
Het christendom predikt slechts slaafsheid en afhankelijkheid.
El Cristianismo no predica más que servidumbre y dependencia.
Het moet de hele Bijbel zijn die de boodschap die de man predikt, weerkaatst.
Debe ser toda la Biblia reflejando el mensaje que ese hombre está predicando.
Kijk eens wie nu predikt.
Mira quien sermonea ahora.
Rowling heeft zeker gedaan wat ze in het bovenstaande citaat predikt.
Rowling definitivamente practicó lo que ella está predicando en la cita anterior.
Wat ik jullie vertrouwelijk heb onderricht, predikt dat met wijsheid in het openbaar.
Lo que os he enseñado privadamente, predicadlo abiertamente con sabiduría.
Iedereen die de heerlijkheden van God predikt, hij is een toegewijde.
Cualquier persona que está predicando las glorias de Dios, es un devoto.
Bazuin(verkondig) het Woord, predikt het Oude en Nieuwe Testament.
Trompeta(prediques) la Palabra, predica el Antiguo y nuevo Testamento.
Uitslagen: 402, Tijd: 0.0533

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans