Voorbeelden van het gebruik van Visite in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Weet u, ik krijg hier weinig visite, zeker vrouwen.
Nee, hij wilde duidelijk geen visite.
Hé, jullie hebben visite.
Niet om 'n visite, maar om 'n identificatie.
Eenmaal krijgen we visite van een Zwitserse dame.
Visite van een oude vriend.
De fabriek visite is welkom.
Heylia kreeg visite van je vriendinnetje.
Welkom op visite onze fabriek.
Je kwam op visite bij je moeder en je bent nooit meer weggegaan.
Als ik geweten had dat er visite kwam, had ik de hond wel vastgezet.
De visite gaat weg.
Visite over de vloer?
Taal van de visite: Engels, Russisch.
Taal van de visite: Frans, Engels.
Krijgt u onverwachts visite en heeft u niet….
Op visite bij haar zus.
In de weekends hebben we soms visite, of we gaan naar 'n vriend.
We hebben visite. Een vriendin en een kind van acht jaar.
Ik haat visite bij m'n ouders.