Voorbeelden van het gebruik van Vliegtuig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Vliegtuig eten?
Vliegtuig onderhoud, reparatie, upgrade-en.
Geen enkel vliegtuig is onzichtbaar.
Door vliegtuig of overzees, door uitdrukkelijk.
Joe wou haar op het vliegtuig hebben om z'n vader te beschermen.
Stap op het vliegtuig, ga naar Derek.
Ik heb geen vliegtuig of een appartement.
Je stapt weer op een vliegtuig.
Ga je dat vliegtuig overnemen?
Allemaal het vliegtuig in!
Stap op het vliegtuig.
De nauwkeurigheid waarmee de positie van het vliegtuig kan worden bepaald;
Schijt aan dat klote vliegtuig.
Vlug het vliegtuig in!
Ze verbinden u met de president op het vliegtuig.
Waarom hebben we het vliegtuig niet gekeerd?
Materiaal van de raad: vliegtuig kwaliteit aluminium frame.
Ze zeiden dat hij niet op het vliegtuig naar Mexico is gestapt.
Uur op een complex vliegtuig.
Waar is het team dat het vliegtuig aanviel?