Voorbeelden van het gebruik van We gaan samenwonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We gaan samenwonen.
Ik had een vriendje… Bug… en we wilden gaan samenwonen.
Dus nu kunnen we gaan samenwonen.
Ik ben je vriendin. We gaan samenwonen.
Ze houdt van me. En we gaan samenwonen.
Ik hou van haar, en we gaan samenwonen.
En ik denk dat we gaan samenwonen.
En daarna kondigen we aan dat we gaan samenwonen.
Je moet toegeven dat het raar is. Hij komt op de dag dat we gaan samenwonen.
huwelijks-begeleiding is de enige manier waarop we gaan samenwonen.
En ik vrees dat als we gaan samenwonen dat we gaan ruziën over wie de vaatwasser leeg moet ruimen
Ze is net gearriveerd van Parijs en we gaan samenwonen in een fantastisch huis en… Een goede familie hebben is belangrijk.
Misschien over een paar maanden… misschien over een paar maanden kunnen we gaan samenwonen.
Vooral nu we gaan samenwonen.
We gingen samenwonen.
We gingen samenwonen… en begonnen een saai
Als we gingen samenwonen, we een tarief te krijgen.