CAERÁS - vertaling in Nederlands

• zult vallen
• val
• zal vallen
• neervallen

Voorbeelden van het gebruik van Caerás in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Caerás y el reino de mi destrucción comenzará.
Jij zal vallen en mijn heerschappij van verderf zal beginnen.

Y tú caerás, a no ser que.
En jij zal omvallen…- tenzij.

No caerás de nuevo en esas mentiras.
Jullie trappen niet weer in zulke leugens.

Seguramente caerás durante tus cortes.
Je zult zeker vallen tijdens je bezuinigingen.

Caerás, Auggie, como yo.
Je zult breken, Auggie, net als ik.

Caerás sobre tu gordo trasero.
Je viel op je dikke reet.

Caerás ante mi…¡báculo de la muerte!
Ga ten onder aan mijn… staf der ondergang!

La amenaza era:"Caerás en el foso de los leones".
De bedreiging was:"U gaat de leeuwenkuil in.".

Caerás como un ladrillo.
Je valt als een baksteen.

No te caerás.
Je stort niet neer.

Tendrás que encontrar tu balance o te caerás de culo.
Je moet je evenwicht zien te vinden, of je valt op je gat.

Selecciona el momento oportuno para saltar o caerás al vacío.
Kies het juiste moment om te springen of vallen vacuüm tijd.

Porque se sacudirán… y caerás.
Ze zullen wiebelen… en jij valt.

Dice que pronto te caerás sobre tu blanco trasero latino.
Hij zegt dat je straks op je blanke Latijnenkont valt.

Si no lo haces, te desequilibrarás y te caerás.
Anders raak je uit balans en stort je in elkaar.

Yo no. Me voy a caer. No te caerás.
Ik niet, anders val ik naar beneden.

Un paso más y te caerás del precipicio.
Nog één stap en je valt van de klif af.

Sé fiel a ti mismo y nunca caerás.
Wees trouw aan jezelf en je zult nooit vallen.

ya no te caerás.
dan kun je niet omvallen.

más caerás.
hoe meer je valt.