Voorbeelden van het gebruik van Inventó in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Él inventó esta farsa para salvarse de su merecido castigo.
Se inventó una infancia feliz para impresionar a una chica.¿Y.
Hij verzint een gelukkige jeugd om een meisje te imponeren.Es alguien que ella inventó.
Het is iemand die ze verzonnen heeft.Estoy diciendo¡que lo inventó!
Ik zeg dat hij het verzonnen heeft.Y después se la agarra con Martha, acusándola de que inventó todo.
En dan zegt ze dat Martha alles verzonnen heeft.Usted sabe que lo inventó.
Je weet dat hij het verzonnen heeft.¿Puedo contarte la historia que papá inventó primero?
Mag ik je het verhaal vertellen dat mijn vader het eerst verzonnen heeft?¿Sabía que Franklin inventó su propio alfabeto?
Wist je dat Franklin zijn eigen alfabet verzonnen heeft?Nadie les tiene miedo cuando se da cuenta de que él mismo las inventó.
Niemand is er bang voor als hij ziet dat hij ze zelf verzonnen heeft.Elias dijo que por eso ella inventó toda la historia.
Elias zei dat ze daarom dat hele verhaal verzonnen heeft.Creo que ella se lo inventó.
Ik denk dat ze hem verzonnen heeft.¿Quién inventó el refrigerador?
Estudiante del Reino Unido inventó el bioplástico hecho de desechos de pescado.
¿Quién Inventó El Ascensor?
Wie Heeft De Lift Uitgevonden?Creo que ella inventó una excusa para verte de nuevo.
Su padre inventó la cinta de las tarjetas de crédito.
Z'n pa heeft die magneetstrip op creditcards bedacht.Quien inventó Facebook.
Wie Heeft Facebook Uitgevonden.Inventó una estupidez sobre un tipo en una limusina.
Verzon iets over een vent in een limo.Quienquiera inventó esta idea consigue un cabeceo de la aprobación de mí.
¿Quién Inventó El Espejo?
Wie Heeft De Spiegel Uitgevonden?
