TUS HIJOS - vertaling in Nederlands

• je kinderen
• uw zonen
• je zoons
• je jongens
• je kind
• je zoon
• je zonen

Voorbeelden van het gebruik van Tus hijos in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Todos tus hijos están muertos.
Al je zoons zijn dood.

Y tú y tus hijos contigo llevaréis el pecado de vuestro sacerdocio.
En gij, en uw zonen met u, zult dragen de ongerechtigheid van uw priesterambt.

Luego de la coronación, tus hijos vivirán con sus parientes.
En na de kroning moeten we je zoons naar hun verwanten sturen. Ze moeten leren.

Tus hijos como plantas de olivo.
Uw zonen als olijfscheuten.

¿Dónde están tus hijos?
Waar zijn je jongens?

Tú y tus hijos necesitareis más protección.
Jij en je zonen hebben extra bescherming nodig.

Tus hijos no son mortales comunes.
Uw zonen zijn geen gewone stervelingen.

Vienen tus hijos, con sus mujeres de pelo voluminoso.
Je zoons komen met hun grote harige vrouwen.

No sabes un carajo sobre tus hijos.
Je weet geen reet over je jongens.

¿Son éstos todos tus hijos, Isaí?».
Zijn dit al uw zonen, Isaï?”.

Tus hijos parecen bastante decididos.
Je zoons waren er nogal op gebrand.

¡Tus hijos te necesitan!
Je zonen hebben je nodig!

Podrías contratar hombres para tu rancho. Tus hijos irían a la escuela y serían listos.
Je kunt mensen inhuren en je jongens naar school sturen.

Eres hermosa y tus hijos aprenderán de tus esfuerzos.
Je bent mooi en je nageslacht zal leren van je inspanningen.

Pez, tus hijos están de servicio.
Fish, je zoons zijn opgeroepen.

Tus hijos necesitan verte despierta
Je zonen moeten je fris

Tú y tus hijos y los de la casa de tu padre…".
Gij en uw zonen en uw vaders huis…'.

quién protege tus hijos?
Beschermt je jongens?

Tus hijos te están mintiendo.
Jou kinderen beliegen je.

Tus hijos son duros.
Je zonen zijn te hard.