VOLAR - vertaling in Nederlands

vliegen
volar
vuelo
mosca
sobrevolar
opblazen
volar
inflar
explotar
estallar
voladura
destruir
inflación
hacer estallar
op te blazen
para volar
para inflar
para explotar
para hacer estallar
para soplar
inmolar
vlucht
vuelo
huida
fuga
avión
huir
escapar
blaas
vejiga
volar
diafragma
golpe
vesical
explotar
sople
infle
blow
vesícula
fly
mosca
volar
marcha
flying
volador
vuelo
volar
vliegt
volar
vuelo
mosca
sobrevolar
vliegende
volar
vuelo
mosca
sobrevolar
vloog
volar
vuelo
mosca
sobrevolar
blazen
vejiga
volar
diafragma
golpe
vesical
explotar
sople
infle
blow
vesícula

Voorbeelden van het gebruik van Volar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Uno no puede volar al vuelo.
Je kunt niet vliegend leren vliegen..
Aún así, debió volar medio día para llegar aquí.
U hebt vast een halve dag gevlogen om hier te komen.
El avión puede volar sobre las islas del sur de Holanda.
De toestellen zouden over de Zuid-Hollandse Eilanden zijn gevlogen.
Una de las reinas pudo volar a bordo sin ser vista.
Dus een koninginnemier kan zeer wel ongezien aan boord zijn gevlogen.
nunca podremos volar para escapar de aquí.
komen we hier nooit vliegend weg.
Tuve que volar con el Hada de los Dientes.
Ik heb met de tandenfee gevlogen.
¿Qué está sucediendo? Los atrapamos volar cerca de la gente.
We hebben ze gevonden, ze vlogen te dichtbij de mensen.
Un equipo totalmente veterano no volvería a volar hasta la STS-26 de cada 1988.
Een all-veteraan crew zou niet opnieuw worden gevlogen tot STS-26 in 1988.
Y recuerdo volar a casa esa noche.
Ik herinner me dat ik die avond naar huis ben gevlogen.
El paciente acaba de volar desde San Francisco.
De patiënt is hierheen gevlogen vanuit San Francisco.
Su madre, nunca havia tenido la necesidad de volar.
Haar moeder heeft nog nooit gevlogen.
Pero todo el repentino, su potro golpea una roca y usted va a volar.
Maar plotseling, raakt uw poney een rots en u gaat vliegend.
No hay mucho que decir, hice volar un helicóptero.
Niet veel te vertellen Ik heb een helikopter gevlogen.
Puedo volar las cuatro bombas llamar.
Ik kan het opblazen van de vier bommen call.
Diseño personalizado hOMetrobre ondulado inflable volar hOMetrobre bailando $85.65/ Pieces.
AanGepaste ontwerp Golvende Man opblaasbaar opblazen dansende Man $85.65/ Pieces.
¿Y qué estado estás intentando volar del mapa exactamente?
En welke staat wou je precies van de kaart blazen?
¡Ellos pueden volar con el calor!
Ze konden opblazen in die hitte!
Por volar un polvorín.
Voor het opblazen van een munitiedepot.
A veces volar hospitales es por un bien mayor, Caos-¿Sabes?
Soms is het opblazen van ziekenhuizen voor de goede zaak?
¿Cuánto cuesta volar para San Pedro Sula?
Hoeveel kost het om te vliegen naar San Pedro Sula?
Uitslagen: 10721, Tijd: 0.359

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands