TO BE AFRAID in Dutch translation

• om bang te zijn
• te vrezen
• bang worden
• is om bang te zijn
• angst
• bang wordt

Examples of using To be afraid in English and their translations into Dutch

To hope? To be afraid.
Om te hopen? Om bang te zijn.

They don't have anything to be afraid of.
Zij hebben niets te vrezen.

We have every reason to be afraid.
We hebben alle reden om bang te zijn.

They will have something to be afraid of.
Dan hebben ze iets te vrezen.

We have every reason to be afraid.
We hebben alle redenen om bang te zijn.

They're nothing to be afraid of.
We hebben niets te vrezen.

We have every reason to be afraid.
We hebben elke reden om bang te zijn.

There is nothing to be afraid of.
Er valt niets te vrezen.

I know what it's like to be afraid.
Ik weet hoe het voelt om bang te zijn.

But you have no time to be afraid.
Maar je hebt weinig tijd om bang te zijn.

But you don't have anything to be afraid of.
Een financieel genie ben ik niet, maar u hebt niks te vrezen.

There was no time to be afraid.
Er was geen tijd om bang te zijn.

We no longer need to be afraid of the dark.
We hoeven niet langer de duisternis te vrezen.

I told her not to be afraid.
Ik heb haar gezegd… om niet bang te zijn.

We have nothing to be afraid of.
We hebben niets te vrezen.

And I decided it's their turn to be afraid.
En ik besloot dat het hun beurt is om bang te zijn.

They have nothing to be afraid of from us.
Ze hebben van ons niets te vrezen.

You have no reason to be afraid.
Jij hebt geen reden om bang te zijn.

There's nothing to be afraid of.
Je hoeft niets te vrezen.

You're never too old to be afraid.
Je bent nooit te oud om bang te zijn.