ANFALL - vertaling in Nederlands

aanval
angriff
anfall
anschlag
attacke
überfall
offensive
ansturm
krampfanfall
übergriff
attentat
toeval
zufall
anfall
zufällig
krampfanfall
beroerte
schlaganfall
anfall
hirnschlag
herzinfarkt
infarkt
apoplexie
vlaag
anfall
flut
welle
moment
insult
anfall
krampfanfall
attaque
anfall
schlaganfall
opwelling
spontan
anfall
aus einer laune heraus
affekt
impuls
stuipen
krämpfen
woedeaanval
wutanfall
hyperrage
wut
trotzanfall
aanvallen
angriff
anfall
anschlag
attacke
überfall
offensive
ansturm
krampfanfall
übergriff
attentat
toevallen
zufall
anfall
zufällig
krampfanfall

Voorbeelden van het gebruik van Anfall in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ist das der 1. Anfall seit letzter Woche?
Is dit het eerste insult sinds vorige week?
In einem Anfall von Raserei wolltest du mich umbringen.
En in een opwelling van razernij probeerde je me te doden.
Er wurde in einem Anfall menschlicher Leidenschaft getötet.
Maar in een vlaag van menselijke passie.
Er hatte einen Anfall.
Hij kreeg een beroerte.
Er hatte eine Art Anfall.
Hij had een soort toeval.
Mein Bruder hat einen Anfall.
M'n broer heeft een aanval.
Entweder Ihr Boss hat einen Anfall oder er muss Sie unbedingt sprechen.
Nu krijgt uw baas een attaque, of hij wil u heel graag spreken.
Warum soll ich dem Dauphin den Anfall bieten, den er erwartet?
Waarom de kroonprins de woedeaanval geven die hij zoekt?
Und in einem Anfall von Raserei wollten Sie mich umbringen.
En in een opwelling van razernij probeerde je me te doden.
Gemma Teller… tötete Tara in einem Anfall von Wut und dann hat Juice.
Gemma Teller vermoordde Tara in een vlaag van woede en toen heeft Juice.
Sie hatte keinen Anfall.
Ze krijgt geen stuipen.
Sie hat einen Anfall.
Ze heeft een insult.
Jemand simulierte einen Anfall.
Iemand veinsde een beroerte.
Sie hatten einen Anfall.
U had een toeval.
Ich glaube, ich habe einen Anfall.
Volgens mij heb ik een aanval.
Was hältst du von Ediths Anfall von Großzügigkeit?
Wat denk jij van Edith's opwelling van edelmoedigheid voor het Drewe's meisje?
Und Sie wollen in einem Anfall moralischer Selbstlosigkeit alles zerstören?
En je wil het allemaal in een vlaag van morele genotzucht opblazen!
Du hast einen Anfall.
Je hebt een woedeaanval.
Er sagte, er hätte einen Anfall gehabt.
Hij zei dat hij een attaque had gehad.
Das ist kein Anfall.
Dat zijn geen stuipen.
Uitslagen: 611, Tijd: 0.0945

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands