DATE - vertaling in Nederlands

date
verabredung
datum
rendezvous
begleitung
datest
begleiter
datet
triff
gehst
verabredet
afspraak
termin
abmachung
deal
treffen
vereinbarung
verabredung
date
meeting
absprache
rendezvous
een afspraakje
ein date
eine verabredung
ein rendezvous
verabredet
ein treffen
einen termin
afspraakje
termin
abmachung
deal
treffen
vereinbarung
verabredung
date
meeting
absprache
rendezvous
ga
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
dates
verabredung
datum
rendezvous
begleitung
datest
begleiter
datet
triff
gehst
verabredet
afspraakjes
termin
abmachung
deal
treffen
vereinbarung
verabredung
date
meeting
absprache
rendezvous

Voorbeelden van het gebruik van Date in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Unser erstes Date.
Een afspraakje.
Ich bin bei"Speed-Dating","Blind Date","Speed Blind Date", Einweihungspartys.
Ik heb aan speeddating gedaan, blind dates, speed blind dates… welkomstfeestjes.
Was? Ein Date?
Ich erzählte allen, ich hatte ein Date.
Ik zei dat ik een afspraakje had.
Das ist kein Date und ziemlich rassistisch.
Het is geen afspraak en dat is racistisch.
Hubert, date niemanden von der Arbeit.
Hubert, ga niet uit met iemand van het werk.
Wer hat das Date mit der Häuptlingstochter?
Wie heeft er 'n date met de dochter van het opperhoofd?
Aber ich weiß nicht, ob ich für ein Date bereit bin.
Ik… Ik weet alleen niet of ik al aan afspraakjes toe ben.
Ja, es war eine Art drittes Date BH.
Ja, hij was als een derde afspraakje.
Daphne und ich haben ein Date.
Daphne en ik hebben een afspraakje.
Ich habe kein Interesse daran, noch irgendein Date zu verpassen.
Ik wil geen dates meer mislopen.
Mein Date mit Sam.
Mijn afspraak met Sam.
Ich date persönlich nie wieder einen.
Ik persoonlijk ga nooit meer met een andere vent uit.
Sie hat heute'n Date.
Ze heeft een afspraakje.
Schau an, mein Date zum Mittagessen.
Kijk eens. M'n afspraakje voor de lunch.
ich war dein erstes Date.
ik niet je eerste date was.
Zu kaputt für ein Date?
Te beschadigd voor afspraakjes?
Seitdem hatte sie kein Date mehr.
Ze heeft geen dates meer gehad.
Ich hab ein Date mit Ihrem Freund.
Ik heb een afspraak met je vriend.
Ich date auch jemanden.
Ik ga ook met iemand.
Uitslagen: 6200, Tijd: 0.2645

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands