GESTEHEN - vertaling in Nederlands

• bekennen
• toegeven
• opbiechten
• zeggen
• vertellen
• op te biechten
• belijden
• bekentenis
• bekent
• toegeeft

Voorbeelden van het gebruik van Gestehen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Und ich muss gestehen, dass der Hund….
En ik moet bekennen dat de hond.

Ich… musste es dir gestehen.
Ik moest het je vertellen.

Als ob sie etwas verheimlicht… aber es irgendwann gestehen muss.
Alsof ze iets verbergt en… ze dat ooit zal moeten opbiechten.

Das stimmt. Du musst nicht gestehen.
Dat klopt. Ik hoef geen bekentenis.

Ich muss dir was gestehen.
Ik heb wat op te biechten.

Aber wenn Sie gestehen, können Sie nach Hause fahren.
Maar als je bekent, kun je naar huis.

Ich muss gestehen, dass er mich verwirrt.
Ik moet zeggen dat het verbijsterend is.

Ich bin beeindruckt. Ich muss gestehen, Prank, ich….
Ik moet toegeven, Prank… ik ben onder de indruk.

Ich werde meinem Bruder nicht gestehen, dass mich Visionen plagen.
Ik ga mijn broer niet bekennen dat ik geplaagd word door visioenen.

Er hätte ihr gestehen müssen.
Hij had haar het moeten vertellen.

Und ich muss etwas gestehen.
Ik moet iets opbiechten.

Das war nicht geplant. Aber gestehen?
Dat hoorde er niet bij. Maar een bekentenis?

Liebling, ich muss dir etwas gestehen.
Schat, ik heb iets op te biechten.

Wenn Sie gestehen, wären es vielleicht nur sieben Jahre.
Als u bekent, krijgt u misschien maar zeven jaar.

Ich bin hier, um zu verhandeln unter welchen Bedingungen… Sie Ihre Verbrechen gestehen.
Ik ben hier om een deal te sluiten mits u uw daden toegeeft.

Muss ich gestehen, aber.
Ik moet dat toegeven, maar toch.

Ich muss gestehen, ich bin ein wenig neidisch.
Ik moet zeggen dat ik jaloers ben.

Er soll gestehen, dass er Ray umgebracht hat.
Hij moet bekennen dat hij Ray vermoordde.

Aber ich konnte immer noch nicht alles gestehen.
Maar ik kon nog steeds niet alles vertellen.

Ich muss dir was gestehen.
Ik moet wat opbiechten.