Voorbeelden van het gebruik van Sie fragt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sie fragt nach Raelle Collar
Sie fragt nach Auswirkungen, falls der Captain es erfährt.
Sie fragt, wo wir sind.
Sie fragt, ob ihr Schal in deinem Zimmer ist.
Ze vroeg of jij haar sjaal hebt.Sie fragt sich sicher, wo Gott ist.
Ze vraagt zich vast af waar God uithangt.Sie fragt nach Ihnen. .
Ze vroeg naar u.Sie fragt, wer dran ist.
Ze vraagt wie je bent.Sie fragt, ob du den Sarg mit trägst.
Ze vroeg of je mee de kist wil dragen.Sie fragt nach Mr. Jenkins.
Ze vraagt naar Mr Jenkins.Sie fragt, ob wir noch wissen, wie wir an Bord gegangen sind.
Ze vroeg of we ons herinneren dat we aan boord gingen.Sie fragt sich bestimmt, wer Sie wohl sind. Auf Wiedersehen!
Ze vraagt zich wellicht af wie u bent. Tot ziens!Sie fragt, ob die Jungs was brauchen.
Ze vroeg of de jongens iets nodig hadden.Wenn sie fragt, wo ich war?
En als ze vraagt waar ik was?Sie fragt, ob sie Sie gelegentlich besuchen kann, wenn es Sie nicht stört.
Ze vroeg of Sie fragt sich wohl, wo Tariq ist.
Ze vraagt zich waarschijnlijk af waar Tariq is.Sie fragt sich, warum Griffin nach Sulphur Springs kam.
Ze vroeg zich denk ik af waarom hij hierheen is verhuisd.Sie fragt, ob ich ihn mag.
Ze vraagt of ik hem mag.Sie fragt, ob Sie gleich kommen können.
Ze vroeg of je naar het landhuis wil komen.Sie fragt sich wohl, wieso ich nichts gesagt habe.
Ze vraagt zich vast af waarom ik niets zei.Ich kenne sie seit einem Jahr, aber sie fragt nach dir?
Ik ken haar al een jaar, maar ze vroeg naar jou?
