SITZ - vertaling in Nederlands

zetel
sitz
couch
platz
sessel
hauptsitz
geschäftssitz
mandat
firmensitz
stoel
stuhl
sitz
platz
sessel
sitzplatz
rollstuhl
lehrstuhl
chair
hocker
vordersitz
zit
sitzen
haben
stecken
hinsetzen
platz
liegen
befinden sich
hängen
da
verbringen
gevestigd
lenken
niederlassen
machen
hinweisen
etablieren
ansiedeln
errichten
gründen
sesshaft
nieder
hoofdkantoor
hauptsitz
sitz
zentrale
hauptquartier
hauptverwaltung
firmensitz
hauptbüro
unternehmenszentrale
firmenzentrale
stammsitz
zitting
tagung
plenartagung
sitzung
sitz
anhörung
plenum
verhandlung
sitzfläche
sitzungsperiode
ratstagung
zitplaats
sitz
sitzplatz
platz
sitzgelegenheit
fahrersitz
führersitz
sitztyp
sitzmöglichkeit
vestigingsplaats
sitz
standort
niederlassungsort
ort
ansässigkeit
standortwahl
geschäftssitzes
pasvorm
passform
sitz
fit
schnitt
passen
halt
passgenauigkeit
passung
hoofdkwartier
hauptquartier
zentrale
hauptsitz
sitz
kommandozentrale
firmensitz
HQ
headquarter
hauptverwaltung
hoofdplaats

Voorbeelden van het gebruik van Sitz in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Sitz bewegt sich oder Rückenlehne kann nicht festgestellt werden.
De zitplaats beweegt of de rugleuning is niet fixeerbaar.
Seitdem ist ihr Sitz in Port of Spain.
Hun hoofdkantoor staat in Port of Spain.
Sitz war das Rockefeller Center in New York.
Het bedrijf is gevestigd in het Rockefeller Center in New York.
Muss noch den Sitz hoch bekommen.
Die zitting moet nog steeds omhoog.
Der Passagier auf Sitz 4-C war Joes Bruder, Ron Ennis.
De passagier op stoel 4C was Joe's broer, Ron Ennis.
Wie bitte, bietest du mir einen Sitz an?
Neem me niet kwalijk, bied je mij een zetel aan?
Ich sitz in einem verdammten Rollstuhl.
Ik zit verdorie in een rolstoel.
Über den Sitz des Büros entscheiden die Staats- und Regierungschefs1.
De beslissing over de vestigingsplaats van het bureau moet worden genomen door de staatshoofden en regeringsleiders1.
Sitz bewegt sich oder Rückenlehne kann nicht festgestellt werden.
Zitplaats beweegt of rugleuning niet fixeerbaar.
Der Sitz war in Denver.
Het hoofdkantoor bevindt zich in Denver.
Sein Sitz ist das Maximilianeum in München.
De Landdag is gevestigd in het zogenaamde Maximilianeum in München.
So ist der Sitz, beenden und das Gefühl des Gerätes.
Dus is de pasvorm, voltooien en feel van het apparaat.
Der Sitz war falsch.
De zitting zat verkeerd.
Trete nicht gegen meinen Sitz, wenn ich fahre.
Niet tegen mijn stoel stampen als ik rij.
Keiner der Passagiere darf seinen Sitz verlassen.
Niemand van de passagiers kan de zetel verlaten.
Sitz nicht da und starre mich an, du Wassersack!
Zit daar niet zo naar mij te staren, waterzak!
Er legt den Sitz im Einvernehmen mit dem Aufnahmemitgliedstaat fest.
Hij stelt de vestigingsplaats vast in overleg met de ontvangende Lid-Staat.
Auch der Sitz der Partei Bloc Nacionalista Valencià wurde angegriffen.
Zelfs het hoofdkwartier van de politieke partij Bloc Nacionalista Valencià is het doelwit van een aanslag geweest.
Der Sitz war in Youngstown in Ohio.
Het hoofdkantoor staat in Youngstown Ohio.
Sitz ist die färöische Hauptstadt Tórshavn.
De organisatie is gevestigd in de Faeröerse hoofdstad Tórshavn.
Uitslagen: 5866, Tijd: 0.1538

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands