Voorbeelden van het gebruik van Umbringen sollen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Du hättest mich umbringen sollen.
Dann hätten Sie vielleicht keinen Unschuldigen umbringen sollen.
Ich hätte euch beide umbringen sollen.
Wij hadden je beiden moeten doden.Wir hätten sie umbringen sollen.
We hadden haar moeten vermoorden.Ich hätte dich vor Jahren umbringen sollen.
Ik had je jaren geleden moeten doden.Du hättest Kelly nicht umbringen sollen.
Je had Kelly niet moeten vermoorden.Ich hätte den Gringo nicht umbringen sollen.
Ik was even de weg kwijt, ik had die gringo niet moeten doden.Ich hätte Sie längst umbringen sollen.
Ik had je al lang geleden moeten vermoorden.Sie hätte zehn Menschen umbringen sollen.
Ze had er tien moeten doden.Hätt sie damals umbringen sollen.
Ik had haar toen al moeten vermoorden.Dann hätten Sie sie nicht umbringen sollen.
Dan had je haar maar niet moeten doden.Ich hätte den Gringo nicht umbringen sollen.
Ik had die gringo niet moeten vermoorden.Ich hätte mich umbringen sollen.
Ik had mezelf moeten doden.Ich hätte sie nicht umbringen sollen.
Ik had haar niet moeten vermoorden.Ich hätte meinen Mann umbringen sollen.
Ik had mijn man lang geleden moeten doden.Ich hätte ihn eigenhändig umbringen sollen.
Ik had hem zelf moeten vermoorden.Ich hätte ihn umbringen sollen.
Lk had 'm moeten doden.Er hätte dich umbringen sollen.
Hij had je moeten vermoorden.Ich hätte dich vor drei Jahren umbringen sollen.
Ik had je drie jaar geleden moeten doden.Du hättest mich umbringen sollen.
Je had me gewoon moeten vermoorden.
