WARF - vertaling in Nederlands

• gooide
• wierp
• smeet
• schopte
• zette
• liet
• dumpte
• beschuldigde
• duwde
• verweet
• gegoten

Voorbeelden van het gebruik van Warf in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Lucas warf sein Hühnchen durchs Loch.
Lucas liet zijn kip door het gat vallen.

Aus diesem Grund warf ich sie vor zwei Monaten aus dem Haus.
Daarom schopte ik haar twee maanden geleden het huis uit.

Warf sie zu Boden und trat auf sie ein!
Smeet het op de grond en schopte het herhaaldelijk!

Mein Dad warf mich raus. -Warum nicht?
Mijn vader zette me het huis uit. Waarom niet?

Und ich warf die Krone in den Müll.
En ik gooide de kroon in de afvalbak.

Er warf sich dann auf mich.
En hij wierp zich op me.

Er warf mich zu Boden.
Hij duwde me neer.

Ich warf Ihnen etwas Schreckliches vor, weil… ich eifersüchtig war.
Ik beschuldigde je van iets vreselijks… omdat ik jaloers was.

Ich warf ihn ins Meer und verfluchte sein Gedächtnis auf ewig.
Ik dumpte hem in de zee en vervloekte zijn nagedachtenis.

Mary warf sich sofort zu Boden und schrie: Sie schiessen!
Mary liet zich meteen vallen en riep:-!

Er warf das Streichholz runter zu uns.- Ja.
Ja. Hij smeet de lucifer naar ons.

Er warf mich raus.
Hij schopte me eruit.

Nach meinem Coming-out warf mich mein Vater raus.
Mijn vader zette me op straat toen ik uit de kast kwam.

Ich warf einen Stock hoch und Rufus fing ihn!
Ik gooide een stok en Rufus ving hem!

Und die Person warf es und tötete Graf Leo.
En die persoon wierp het naar Count Leo.

Sarah warf Casey aus einem Fenster.
Sarah duwde Casey een raam uit.

Er warf den Juden nicht immer zu Unrecht.
Hij verweet de Joden niet altijd verkeerd om.

Wieso warf dich dein Team raus?
Waarom dumpte je team je?

Wegen dir warf Ricardo ihn raus.
Je liet Ricardo hem wegsturen.

Er warf gerade sein Gewehr weg.
Hij smeet net z'n geweer weg.