TRAIT - vertaling in Nederlands

[treit]
[treit]
eigenschap
property
feature
characteristic
trait
quality
attribute
kenmerk
feature
characteristic
attribute
hallmark
trait
characterized
trek
pull
put
draw
take
get
appetite
hungry
withdraw
go
migration
karaktertrek
trait
characteristic
feature
trait
karaktereigenschap
character trait
characteristic
quality
trekje
pull
put
draw
take
get
appetite
hungry
withdraw
go
migration
eigenschappen
property
feature
characteristic
trait
quality
attribute
kenmerken
feature
characteristic
attribute
hallmark
trait
characterized

Voorbeelden van het gebruik van Trait in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Also a trait to hold on to.
Ook een eigenschap om vast te houden.
Is it some peculiar trait in their mental make-up?
Is dat één of ander bijzonder kenmerk van hun geestesgesteldheid?
The ability to laugh easily is another trait of the friendly person.
De mogelijkheid om gemakkelijk te lachen, is een andere karaktereigenschap van een vriendelijk persoon.
Genetics: inheritance of autosomal dominant trait from parents.
Genetica: overerving van autosomal dominante trek van ouders.
What talent or trait do friends admire in you?
Welke talenten of eigenschappen bewonderen vrienden in jou?
It's a common human trait in humans with a death wish.
Het is een veel voorkomend menselijk trekje, bij mensen met een doodswens.
A trait which in you is fascinating,
Een karaktertrek die bij jou fascinerend is,
Constructor from trait conflicts with inherited constructor.
Constructor van trait conflicten met erfelijke constructeur.
That's a trait of an effective salesperson.
Dat is een eigenschap van een goede verkoper.
Details on genetic parameters used for each evaluated trait.
Details over de genetische parameters die voor elk geëvalueerd kenmerk zijn gebruikt.
physiological or mental trait.
fysiologische of geestelijke trek.
Trait they inherited from you, dear mother.
Een trekje dat ze van jou hebben, lieve moeder.
Tell them about their best personality trait.
Vertel ze meer over hun beste persoonlijke eigenschappen.
Every season has its own specific trait.
Ieder seizoen heeft zijn eigen specifieke kenmerken.
This is the most important trait that makes a believer different from all other people.
Dit is de belangrijkste karaktertrek die een Moslim anders maakt dan andere mensen.
Examples of this collaboration are: TraIT.
Voorbeelden van deze samenwerking zijn: TraIT.
The first was the trait of curiosity.
Het eerste was de eigenschap van nieuwsgierigheid.
That shows us another trait.
Dat toont ons een ander kenmerk.
According to Dolores Cannon, this is a trait among lightworkers that's quite common.
Volgens Dolores Cannon is dit een trekje dat wel vaker voorkomt onder lichtwerkers.
Bans could also include groups of GMOs designated by crop or trait.
Ook kunnen groepen ggo's verboden worden op basis van gewas of eigenschappen.
Uitslagen: 592, Tijd: 0.1309

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands