AVERTIR - vertaling in Nederlands

• waarschuwen
• inlichten
• verwittigen
• vertellen
• informeren
• hoogte
• in kennis te stellen
• gewaarschuwd
• waarschuwt
• waarschuwde

Voorbeelden van het gebruik van Avertir in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Paco Bell a tenté de nous avertir!
Dit is waar Paco Bell ons voor waarschuwde!

Je voulais avertir le président.
Ik wou 't de president vertellen.

Il faut avertir la police.
U moet de politie inlichten.

Ne dis pas qu'on n'a pas essayé de t'avertir.
Zeg niet dat we je niet gewaarschuwd hebben.

Je suis la seule personne qui ai tenté de l'avertir.
Ik was de enige die hem waarschuwde.

Et il voulait nous avertir pour la deuxième attaque.
En hij wilde ons over de tweede aanslag vertellen.

On ne devrait pas avertir Gibbs?
Moeten we Gibbs niet inlichten?

J'ai essayé de t'avertir!
Ik heb je gewaarschuwd.

Et je dois avertir Lauren!
En ik moet het Lauren vertellen.

J'aurais dû vous avertir.
Ik had je misschien moeten inlichten.

J'ai tenté de vous avertir.
Ik heb je gewaarschuwd.

Vous en allez en avertir François?
Ga je dat niet aan Francis vertellen?

Il faut avertir le roi.
We moeten het de koning vertellen.

Je n'ai pas pu vous avertir.
Ik heb het je niet kunnen vertellen.

Quelque chose censé l'avertir.
Iets dat hem waarschuwt.

J'ai dû les avertir de votre retour, Griffin.
Ik moest wel zeggen dat je terug was.

Je vais l'avertir que je suis au courant de tout.
Ik ga hem zeggen dat ik weet wat hij doet.

Je préfère vous avertir, par précaution.
Ik waarschuw u maar voor de zekerheid.

Sans avertir ceux qui pourraient les chercher.
Zonder waarschuwing voor wie hen zou kunnen zoeken.

Avertir les gens n'est pas le seul moyen de leur sauver la vie!
Waarschuwing is niet de enige manier om het leven van mensen te redden!