C'EST VOUS - vertaling in Nederlands

• jij bent
• jij het
• jij zou
• zijt het
• u het
• dus u
• gaat u
• maar jij
• ben jij
• jij was
• was jij

Voorbeelden van het gebruik van C'est vous in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Et je ne les laisse pas mourir. C'est vous.
En ik laat ze niet sterven, maar jij.

C'est vous qui direz l'oraison?
Gaat u spreken vandaag?

Donc, c'est vous qui avez trouvé M. Prentice inconscient?
Dus, jij bent degene die mr Prentice bewusteloos vond?

C'est vous qui l'y avez poussé?
Dus u hebt hem ertoe aangezet?

Ce n'est pas lui le Dragon, c'est vous.
Hij is de draak niet, maar jij.

Je vous ai vu mettre le feu. C'est vous.
Ik heb gezien dat u het heeft gedaan.

C'est vous la personne qui avait arrêté mon père?
Ben jij degene die mijn vader heeft gearresteerd?

On est otages et c'est vous qui avez peur?
Wij zijn gijzelaars en jij bent bang?

D'après ce que j'apprends, c'est vous qui les passez.
Als ik 't zo hoor, gaat u buiten uw boekje.

Ce n'est plus votre voiture qui est poursuivie. C'est vous.
Je auto wordt niet langer achtervolgd… maar jij.

C'est vous qui bossez pour un zombie.
Jij was degene die met de zombierobot samenwerkte.

Bock, c'est vous et Foster, sur ce toit?
Bock, ben jij dat, met Foster, op dat dak?

Je voulais vous aider, mais c'est vous le patron.
Ik wou je helpen, maar jij bent de baas.

C'est pas lui qui s'est fait des ennemis, c'est vous.
Niet Anjo heeft vijanden gemaakt, maar jij.

Foxborough, c'est vous?
Foxborough, Was jij het?

C'est vous qui m'avez dit qu'il m'aimait toujours.
Jij was degene, die me vertelde, dat hij nog steeds van me houdt.

C'est vous, Katherine? L'amie de Martin?
Ben jij Katherine, de vriendin van Martin?

C'est vous qui avez volé la croix d'une morte?
Ja. Was jij degene die een kruis van een dode vrouw stal?

Mais c'est vous qui nous avez parlé du bon docteur.
Jij was degene die ons vertelde over de dokter.

C'est vous qui avez signalé la fuite de gaz?
Ben jij diegene die een gaslek gemeld heeft?