FAUTIVE - vertaling in Nederlands

schuldig
coupable
responsable
redevable
culpabilité
fautif
dois
commis
foutief
erronées
incorrecte
fausse
mauvaise
mal
fautif
erreur
erronément
faussement
fout
erreur
faute
mal
tort
faux
défaut
faille
bug
tord
erronée
schuldige
coupable
responsable
redevable
culpabilité
fautif
dois
commis
verkeerd
mal
tort
faux
erroné
erreur
pas
mauvaise
incorrecte
tord
trompé

Voorbeelden van het gebruik van Fautive in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
la dénonciation de l'irrégularité s'est faite sur la base d'une déclaration fautive ou fausse qui nuit à une personne ou à un service.
het onderzoek blijkt dat de melding van de onregelmatigheid is gebeurd op basis van een foutieve of valse aangifte die schade toebrengt aan een persoon of dienst.
la circonstance qu'un entrepreneur ne soit pas enregistré n'est pas en soi fautive pour cet entrepreneur?
aannemer zwaar te bestraffen, terwijl het feit dat een aannemer niet geregistreerd is op zich voor die aannemer geen fout is?
le coupable doit convenir de son action fautive et être disposé à en demander pardon;
de dader moet erkennen dat zijn daden verkeerd zijn en bereid zijn om naar vergeving te vragen;
Personne n'est fautif… Mais les choses arrivent.
Het is nooit de schuld van iemand, maar dingen gebeuren gewoon.
Qu'il soit fautif ou non, elle doit partir.
Of het nu zijn fout is of niet, ze moet gaan.
Si quelqu'un est fautif…- C'est Jess le fautif.
Als het iemands schuld is… is het Jess' schuld.
Il est le seul fautif.
Dat is z'n eigen schuld.
Je n'insinuais pas que vous êtes le fautif.
Het was niet mijn bedoeling om te impliceren dat je fout zat.
de données fautives ou incomplètement traitées.
rechtzetting van foutief of onvolledig verwerkte gegevens.
C'est l'autre qui est fautif.
Het is altijd iemand anders z'n schuld.
Si quelqu'un est fautif, c'est nous.
Het is onze fout.
Mais il était fautif.
Het was zowiezo zijn schuld.
Personne n'est fautif.
Het was niemand z'n fout.
Smoochy est seul fautif.
Dit is Smoochy's schuld.
C'est moi le fautif.
Het is mijn schuld.
On est tous les deux fautifs.
We hebben allebei schuld.
Je suis le seul fautif.
Ik geef mezelf de schuld.
Alors nous sommes fautifs.
Dan is het onze schuld.
Personne n'est fautif.
Dat is niemands schuld.
Personne n'est fautif.
Het is niemands schuld.
Uitslagen: 42, Tijd: 0.1242

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands