Voorbeelden van het gebruik van Schuld in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En onze schuld?
Ik weet dat het jouw schuld niet is, de positie waarin je zit.
Geef hem niet de schuld.
En dat doe je door mij de schuld te laten krijgen, van Mark North?
Maar al geef je niemand de schuld, het is een nationaal probleem.
Per 31 december 1973 uitstaande schuld.
Het is hun schuld, Patrick, niet jij.
en ze geeft ons de schuld.
Het betekent dat ze ons de schuld van zijn dood geeft.
Todd de schuld geven helpt ons niet.
Geef je broer niet de schuld voor iets dat jij deed.
Als er sprake is van schuld, dan ligt die elders!
Miles wil jullie laten weten dat het niet jullie schuld was.
Ik geef je ook niet de schuld.
Waarom de schuld van de moeder?
Veel schuld is gelegd op een andere onschuldige,
Geef de maan niet de schuld, Curly.
Schuld fluistert, onschuld schreeuwt.
Misschien is het onze schuld.
Er krijgt nog niemand de schuld, schat.