Voorbeelden van het gebruik van Schuldig in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
dus hij is schuldig.
Je bent me dat schuldig, vriend.
Ah Ching is ook schuldig.
M'n cliënt is niet schuldig bewezen.
Hij schuldig dealers geld, ook.
We zijn hem nog meer schuldig, we kunnen nog niet gaan.
Ik wil graag met haar praten, maar ik ben haar veel geld schuldig.
de Amerikaanse regering schuldig is aan deze narigheid.
Ik ben hem ook iets schuldig.
Ze zijn ons geld schuldig.- We gaan.
Tim Larson was Lily-Anne geld schuldig. 110.000 Ponden.
Nee, Bone. Hij is ons nu geld schuldig!
Veel Serven zijn daar schuldig aan maar anderen ook niet.
Na alles wat je hebt gedaan, ben je haar dat wel schuldig.
Je bent me heel wat schuldig.
Ik voel me schuldig.
Ze zijn me een lunch schuldig.
Heer Bates heeft herinnerde hij zich schuldig £ 30 heer Molesley.
Ik zou zeggen dat hij je een cola schuldig is.
We zijn hier beiden schuldig aan.