GOÛTER - vertaling in Nederlands

proeven
goûter
déguster
dégustation
goût
procès
savourer
gouter
essais
épreuves
tests
proberen
essayer de
tenter
chercher
goûter
veulent
genieten
profiter
apprécier
déguster
savourer
admirer
plaisir
adorer
goûter
siroter
bénéficient
smaak
goût
saveur
gout
parfum
goûter
arôme
snack
collation
en-cas
casse-croûte
goûter
encas
friandise
grignoter
gouter
casse-croute
smaken
saveurs
goûts
arômes
goûter
sont
parfums
vieruurtje
het proeven
afternoontea
tussendoortje
collation
en-cas
goûter
encas
een voorproefje
worden geproefd

Voorbeelden van het gebruik van Goûter in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Votre enfant sera ravi d'être accompagné de Flash McQueen pour son goûter.
Uw kind zal blij zijn om te worden begeleid door Flash McQueen voor zijn snack.
Superbe sac bandoulière Minnie idéal pour transporter le goûter de votre enfant.
Prachtige Minnie schoudertas perfect voor het dragen van de snack van uw kind.
Utilise les 2 autres petits compartiments pour ton goûter ou des fruits.
Gebruik de 2 kleinere vakjes om je snacks of een stukje fruit weg te steken.
Attends de te goûter sur un bagarré.
Wacht maar tot je jezelf op een Squagel proeft.
J'ai hâte de pouvoir te goûter.
Ik vraag me af hoe je smaakt.
Je veux qu'elle goûter le vrai bonheur.
Ik wil dat ze pure blijschap proeft.
Il est temps pour toi de goûter mon vin de mûre fait maison.
Het is tijd dat je wat van mijn zelfgemaakte zwarte bessen wijn proeft.
Tu veux goûter?
Wil je een voorproefje?
Attends de goûter le gâteau.
Wacht tot je de taart proeft.
Je veux juste goûter… à ça.
Ik wil gewoon een voorproefje van dit.
Maintenant, je veux goûter de la pizza.
Nu zou ik graag weten hoe pizza smaakt.
sentir et goûter les choses qui les fascinent.
voelen en proeven die hen fascineren.
Qui va goûter en premier?
Wie wil het eerste proeven?
feta peut goûter combien différent!
feta kaas kunt proeven hoe verschillend!
Vous voulez goûter?
Wil je het proeven?
Tu veux goûter?
Wil je een likje?
Mais tu veux y goûter.
Maar je wilt het wel proeven.
Venez goûter à ma cuisine.
Kom op, proef van mijn kookkunsten.
Le pharaon en a entendu parlé et a voulu goûter.
De Farao kreeg dit door en wilde het proeven.
Ton but, c'est de goûter des trucs que t'as jamais mangés.
Dus jouw doel is dingen te eten die je nog niet kent.
Uitslagen: 965, Tijd: 0.4251

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands