Voorbeelden van het gebruik van Afgezegd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Klopt, ik heb het afgezegd.
Heb je het vervoer naar het vliegveld afgezegd?
Ik heb al drie keer afgezegd.
Emily heeft afgezegd, maar.
Hij heeft al drie ritten afgezegd.
Had ik bijna alles afgezegd.
Dr. Linda heeft net mijn sessie afgezegd.
Mijn vriend heeft op het laatste moment afgezegd.
We zouden hem volgend jaar krijgen. Maar toen heeft hij hem afgezegd. Vanwege de schepen.
Ik weet het, die heb ik afgezegd.
Ik heb het tafeltje in Geranium afgezegd.
Ik heb 't afgezegd.
Alan zei dat je je afspraak hebt afgezegd.
Hij heeft z'n optreden in San Gennaro morgen afgezegd.
Diner is afgezegd.
Vertel ze dat wij de vergadering hebben afgezegd.
We hebben de bruid niet meer gezien sinds de trouwerij werd afgezegd.
Luis Miguel heeft afgezegd.
Nee, ik heb het afgezegd.
dus ik heb afgezegd.