Voorbeelden van het gebruik van Afgezegd in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik had bijna mijn bruiloft afgezegd.
Nee, afgezegd.
Waarom zijn ze afgezegd?
Ze hebben de reis afgezegd en 't overleefd.
Al mijn operaties zijn vandaag afgezegd.
De resterende optredens van de tournee werden afgezegd.
De verloving werd afgezegd.
Een aantal tourdata werden afgezegd omdat Hayley Williams een keelontsteking kreeg.
Mrs Conrad heeft haar afspraak voor morgen afgezegd.
En alle afspraken had afgezegd.
Heb je Charleston afgezegd?
Ze heeft afgezegd.
Ik heb hem vanmorgen afgezegd.
U heeft ons interview afgezegd.
De lessen zijn voor morgen afgezegd.
Nee, ik heb die klus afgezegd.
CJ heeft de lunch afgezegd.
Ja, nu is ze weg en de bruiloft afgezegd.
Die heb ik afgezegd.
Yeah, um… Een cliënt heeft het etentje afgezegd.