Voorbeelden van het gebruik van Beangstigt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat vooruitzicht beangstigt me.
Ik ben zo gelukkig dat het me beangstigt.
Maar nietsdoen beangstigt me.
Wat mij het meest beangstigt.
Maar wat u van mij vraagt, beangstigt mij.
De waarheid is dat wat ik zie, me beangstigt.
Chroesjtsjov… Chroesjtsjov beangstigt me.
Dat prikkelt hem en beangstigt hem.
Leven zonder jou, beangstigt me.
Maar nu ben je verliefd op mij en dat beangstigt jou 'n beetje.
Maar nu ben je verliefd op mij en dat beangstigt je 'n beetje.
Ze is er ziek van en dat beangstigt me.
De stilte van de vijand beangstigt me.
Soms vibreer ik met zo'n woede, dat het me beangstigt.
Welke beangstigt je het meest?
Armoede beangstigt me.
Weet je wat mij beangstigt? Dat ik jou niet herken.
Dat beangstigt me het meest.
Dat beangstigt me.
Weet wat me het meest beangstigt? Grote, nobele mensen?