Voorbeelden van het gebruik van Bitter in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zing geen bitter lied voor mij. Als ik sterf,
Ietwat bitter, langzaam en pijnlijk.
Dood! Kelso was een bitter wrak van een man,
De waarheid is altijd bitter.
Hij is bitter.
Want hij werd geen rechercheur eersteklas. Bitter tegenover het korps.
Maar beter een bitter geluk, dan… n grijs, troosteloos bestaan.
Het is een bitter voorproefje van het toekomstige Europa van horige staten.
Onze ervaringen zijn wat dat betreft bitter.
Ik ben bitter.
Alstublieft.-Alstublieft. Een koning is nooit bitter.
Geduld is bitter… maar de vruchten zijn zoet.
Nu is het een bitter leerproces.
Beide keren werd ik bitter teleurgesteld.
Onzichtbaar. Bitter.
Waarom ben jij zo bitter, Helen?
Het was geen bitter einde, maar een mooi einde.
Je lippen smaakten bitter.
Het eerste fruit is bitter.
Ze zijn bitter.