Voorbeelden van het gebruik van Blaas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Muur. Blaas zuidelijke muur op.
Blaas de kaars uit. Hoe?
Ik blaas je weg!
twee ureters(urineleiders), de blaas en de urethra urinebuis.
Longen, alvleesklier, blaas.
Ik blaas ons hier weg met deze windstof-bom.
Blaas nooit in het mondstuk van het apparaat.
Ik blaas de opname op, Spielberg!
Blaas maar op, Jeanette.
Ik blaas niet op een ander zijn dobbelstenen.
Blaas een ei uit, of help met de mand voor Mamaw.
Doffe pijn wordt veroorzaakt door ontstekingsziekten van de blaas en prostaatklier.
Dat spijt me, voor jou en je blaas.
Blaas maar op, Jeanette.
Ik blaas ze letterlijk op en strooi ze uit in zee.
Blaas tijd op binnen de helft één uur.
Ik blaas jullie allemaal naar de hel.
Blaas ons niet op.
Blaas of ze sterft!
twee urineleiders, de blaas, en de urinebuis.